Afspel Les 4: Speelplan met troef: Verliezers Tellen

Afspel Les 4: Speelplan met troef
4.1: Verliezers Tellen

Verliezers Tellen

Het speelplan in troef verschilt niet erg veel van een speelplan in sans. Nog steeds tellen we alles wat we al eerder telden en bepalen de werkkleur(en) en de volgorde en voeren dat plan uit.

Twee verschillen met het speelplan in sans. De eerste is dat we qua volgorde in principe beginnen met het trekken van troef. Wij hebben de ruime meerderheid van de troeven dus hoe eerder die van de tegenstanders eruit zijn hoe beter, want dan kunnen ze onze lange en onze werkkleuren niet meer aftroeven. We beginnen niet met troeftrekken als we daar een hele goede reden voor hebben.
Het andere maar heel groot verschil, we tellen in troef ook onze verliezers. Verliezers zijn slagen die we mogelijk gaan verliezen. In principe tellen we de verliezers in de hand met de meeste troeven anders vanuit onze eigen hand.

Stel we hebben AK6 tegenover 432, beide hoge plaatjes gaan we maken, maar die derde kaart aan beide kanten zal nooit hoog worden, die gaan we op termijn verliezen. Omdat de tegenstanders die derde slag niet gelijk mee kunnen nemen als ze aan slag zijn noemen we die 6 een langzame verliezer.
Hebben we 432 tegenover 765 dan zijn dat drie snelle verliezers. Zodra de tegenstander aan slag is kunnen ze gelijk drie slagen in deze kleur meenemen.

Maar waarom tellen we nu verliezers, naast de vaste slagen. Vaste slagen werkt vaak prima als je de hoogste troeven hebt en gelijk kan beginnen met het trekken van alle troeven. Maar dat is lang niet altijd zo en daarom werkt verliezers tellen in troef vaak beter dan winnaars tellen. Het beste te illustreren met een mooi voorbeeld.


Je speel 4 en west start met K

Zou de leider vaste slagen tellen dan komt hij tot 5 klaver slagen + 4 ruiten slagen + harten aas = 10 slagen. Als je zou beginnen met klavers en of ruitens op te rapen dan zal op een bepaald moment een tegenstander die in gaan troeven.

Om dat te voorkomen is het in troef contacten vaak slim om de troeven van de tegenstander te trekken, maar hè wat gebeurt er, de tegenstanders pakken met  aas of heer en spelen twee keer harten. En uiteindelijk maken ze nog een troef slag, troef aas en heer gaan verloren net als twee hartenslagen. 4 -1 ☹

Als je nu verliezers had geteld dan was het gevaar misschien wel gespot. In de troefkleur missen we AK en dat zijn twee verliezende slagen waar we echt niet aan gaan ontkomen. In de klavers en ruiten hebben we geen enkele verliezers, we hebben alle hoge kaarten. Maar in harten hebben we twee snelle verliezers, als we de eerst slag pakken dan blijft er 53 tegenover 76 liggen, daar gaan we echt geen slag mee maken. We moeten die verliezers dus heel snel kwijt voordat we troef kunnen trekken.

Nu zijn er twee manieren om verliezers weg te werken, door ze af te troeven of ze weg te gooien op een lange kleur in de andere hand. Aftroeven van verliezers gaat alleen maar lukken als er geen enkele kaart in die kleur in de dummy ligt, dus dat gaat hier niet lukken.
Ruitens zijn hier een heel geschikte kandidaat voor om verliezers op weg te gooien. Pak A gelijk en speel •J en neem die over met het aas, speel nog twee hoge ruitens en doe daar de verliezende hartens op weg. Nu kan je beginnen met troeftrekken, de tegenstanders kunnen nu niet hun hartenslagen meenemen want die kan je nu introeven. Hadden beide tegenstanders. Op dit spel heb je pech dat west maar twee ruitens heeft, hij troef nu wel je derde ruitenslag af, maar dat geeft niet, want je komt aan slag en gaat troeftrekken en verliest alleen nog maar AK en maakt je contract. Zouden beide tegenstanders minstens een driekaart ruiten hebben gehad dan had je een overslag gemaakt.

Dus bij het maken van een speelplan in troef tellen we niet alleen de vaste slagen, maar vooral de verliezers.


Nog een voorbeeld, Je speelt weer 4 en de start is K


Je telt de verliezers vanuit de kant met de langste troeven, of als dat gelijk is dan vanuit je hand, dus vanuit de leider gezien. Zuid telt in troef geen verliezers, in harten 1 in ruiten 2 en in klaver 3. Dat zijn er drie te veel. En aan de verliezers in de rode kleuren valt weinig te doen, want er zijn geen lange hoge kleuren in de dummy om ze op weg te doen. Maar kijk eens naar de klavers, noord heeft er geen eentje en daarom kunnen we de klaververliezers introeven in de dummy. Daarom zijn korte kleuren in een troef contract zo belangrijk, we hebben hier maar 20 punten samen en maken toch 4.

Het speelplan wordt dus klavers in de dummy toeven en aangezien er troeven genoeg liggen in de dummy kunnen we het troeftrekken combineren.
Pak de start met A
troef een klaver met de heer (zo houden we de kleine troefjes over om over te kunnen steken,
steek over met 2 naar 7,
troef de 2e klaver met de boer,
steek over met de 6 naar troef 8
troef weer een klaver.

Mochten de troeven 3-0 hebben gezeten dan is er nu nog het gevaar dat de hartens 7-0 tegen zitten.
Maar anders gaan we ons contract maken. We steken over naar harten aas en trekken de laatste troef en we hebben onze 10 slagen.


Meer over afspelen met troef later in de cursus, voorlopig is het verliezers tellen het belangrijkste.