Tegenspel Les 3: 3e man doet wat hij kan: Waarom doet de 3e man wat hij kan

Tegenspel Les 3: 3e man doet wat hij kan
3.1: Waarom doet de 3e man wat hij kan
3.2: Welke kaart?
3.3: Conclusies trekken

Waarom doet de 3e man wat hij kan

Al heel snel in de cursus krijg je voor de verdediging twee belangrijke regels te horen. Derde man doet wat hij kan, en twee man laag.

Derde man doet wat hij kan is op zich een heel makkelijke regel. Als partner een kleur speelt en we hebben een hogere kaart dan die in de dummy gelegd wordt dan wordt van ons verwacht dat wij de hoogste kaart spelen. Maar waarom?


Partner komt in een kleur uit met een bepaalde reden, meestal omdat hij wat in die kleur heeft. In het bovenstaande voorbeeld komt partner uit met 5 de vierde van boven. Hij heeft dus 1 of meerdere plaatjes zonder serie. Stel we zouden in slag 1 de 6 of de 8 leggen dan wint de leider de slag goedkoop met de 9 en heeft hij de aas nog over. Hij zal dan 2 slagen maken in schoppen. Leggen we de vrouw, dan kan de leider niet goedkoop pakken en moet hij het aas wel spelen. Hierdoor zijn in één keer alle schoppens hoog van partner.


West komt uit met 6. Als je de 10 zou leggen of de 5 dan wint zuid goedkoop met de vrouw. Offeren onze heer dan zal de leider geen enkele slag maken. Want als we met de heer aan slag blijven spelen de 10 en snijden de vrouw van de leider er uit.


West komt uit met 6. Als je de 10 zou leggen of de 5 dan wint zuid goedkoop met de boer. Offeren onze heer dan zal de leider pakken met het Aas. Maar als we dan aan slag komen in oost spelen we de 10 en snijden de boer van de leider er uit. De leider maakt alleen A

   Volgende hoofdstuk: Welke kaart?