Bieden Les 12: Help ze bieden tussen: Wat te doen na een tussenbod

Bieden Les 12: Help ze bieden tussen
12.1: Wat te doen na een tussenbod
12.2: Fit is bieden!
12.3: Wel wat maar geen fit
12.4: De strafpas
12.5: Ze volgen 1NT

Wat te doen na een tussenbod

Partner heeft geopend en je weet eindelijk wat je had willen bieden als rechts zou passen en nu bieden die ^%$&*&##* gasten tussen. Wat nu?


Er is nu de situatie dat er al grofweg een dikke 20 punten zijn verdeeld in het bieden. Partner minstens 11 en het volgbod toch wel vanaf een punt nog 9 liefst iets meer. Uitgaande dat partner en volgbieder beide 12 punten hebben. Je hebt nu grofweg drie verschillende handen qua punten.


Als de overige ±16 punten 8-8 verdeeld zitten over jou hand en die van je linker tegenstander. De punten zullen dan ongeveer 20-20 zitten en het wordt waarschijnlijk een gevecht wie de deelscore mag hebben. Het bieden zal vaak in 1NT of op 2 niveau uitsterven. Al dan niet gedubbeld. Is er sprake van een fit bij 1 of beide partijen dan zal het bieden vaak tot 3 niveau gaan.


Zitten die overige 16 punten meer 12-4 verdeeld over jou hand en die van je linker tegenstander dan kan er iemand een manche maken (of de manche heeft ten minste kans omdat er zo ongeveer 25 punten samen zijn). Als wij de punten hebben dan zijn er genoeg punten voor een eigen manche, maar dat weten de tegenstanders ook, die zullen vaak hoog in de boom gaan bieden om het ons lastig te maken de juiste manche of meer te bieden. Andersom geldt hetzelfde, hebben wij weinig punten dan hebben de tegenstanders die en kunnen zij waarschijnlijk een manche maken. Nu moeten wij hoog bieden als het kan om het ze lastig te maken.




Bij het eerste voorbeeld zit west, hij mag ineens op 5 niveau beslissen of het 5 6 of 7 is of dat 5 niet eens gemaakt wordt terwijl hij hand heeft waarmee hij zeker weet een goede kans te hebben in 4. Maar door het hoge 5 bod had west het heel moeilijk. In de praktijk bood hij 5 en misten ze slem.

Bij het tweede voorbeeld mag noord nu ineens beslissen, is het 4 of niet. In de praktijk bood noord 4 en deed oost er nog een schepje bij. Daarna kon zuid 5 niet laten en ging 1 down.

Bij het derde voorbeeld zei west dat hij een 5-5 harten klaver had, oost maakte het zuid erg lastig en zuid koos eieren voor zijn geld. 5 ging 6 down voor -1400. Er zat 7 in voor de tegenstanders (2210) maar ook 6 is kwetsbaar nog altijd 1430

In het 4e voorbeeld gaf zuid aan een klaver fit te hebben en minstens 8 a 9 punten. Het spel zat heel mooi en 6 werd gemaakt, maar ruimte om dat te onderzoeken was weg.

Hoe lastiger het voor de tegenstanders is het is hoe meer gokken het voor ze wordt.

Wat ook opvalt aan deze biedverlopen is dat er altijd een fit is waardoor hoog geboden wordt. En dat is gelijk een mooie brug naar het volgende hoofdstuk Fit is bieden!

   Volgende hoofdstuk: Fit is bieden!